
Maar liefst 30% tot 40% van de bevolking zou last hebben van een allergie. De oorzaken lopen vaak uiteen en een allergie kan zich op vele manieren manifesteren. Zo kan men last hebben van een voedselallergie,een allergische neusverstopping, een vorm van astma of een atopische dermatitis. Een team van onderzoekers van de universiteit van Chiba in Japan was met name geïnteresseerd in die laatste allergievorm, de atopische dermatitis, ook wel atopisch eczeem genoemd. Het werk van dit team van onderzoekers helpt ons niet alleen deze ziekte beter te begrijpen, maar biedt ons ook een interessant perspectief voor wat betreft de behandeling en de preventie van deze aandoening
1.
Het verband tussen de darmflora en atopische dermatitis
Hoewel atopische dermatitis met name voorkomt bij zuigelingen, kunnen ook adolescenten of volwassenen last krijgen van deze aandoening. Deze aandoening, die steeds vaker voorkomt, is een vorm van eczeem. Vandaar dat het ook bekend is onder de naam 'atopisch eczeem'. Net als bij andere eczeemvormen, geldt ook hierbij dat deze allergievorm zorgt voor roodheid, jeuk en een droge, schilferende huid. Deze klachten ontstaan door een chronische ontsteking van de huid, die meestal veroorzaakt wordt door een defect in het immuunsysteem. Dit defect zorgt ervoor dat het immuunsysteem buitengewoon sterk op allergenen reageert. Het Japanse onderzoeksteam bestudeerde een groot aantal onderzoeken naar atopische dermatitis, en ze ontdekten een verband tussen het ontstaan van deze aandoening en de conditie van de darmflora. Zo constateerden de onderzoekers dat er verschillen waren tussen de darmflora van gezonde personen en die van personen met een atopische dermatitis. Het is bekend dat de darmflora, ook wel microbioom genoemd, een essentiële rol speelt bij de reactie van het immuunsysteem op infecties en ontstekingen. De darmflora bestaat uit verschillende stammen van micro-organismen. Wanneer er een onbalans ontstaat tussen deze verschillende stammen, dan kan dit van invloed zijn op ons lichaam. En dat is precies wat wetenschappers ontdekt hebben bij mensen met een atopisch eczeem. De darmflora van deze patiënten week significant af van de darmflora van gezonde personen. Zo bevatte de darmflora van personen met atopisch eczeem minder lactobacillen. Daarnaast kwamen bepaalde stafylokokken en enterobacteriën vaker voor bij mensen met atopisch eczeem.
Het belang van prebiotica en probiotica in de strijd tegen atopisch eczeem
Naar aanleiding van hun bevindingen over de link tussen de darmflora en de atopische dermatitis, trachtten de wetenschappers de doeltreffendheid van verschillende behandelmethoden te testen. De wetenschappers kozen hierbij vooral voor probiotica, aangezien deze micro-organismen van nature voorkomen in de darmflora. Het is bekend dat indien men probiotica in de juiste hoeveelheden inneemt, ze een weldadig effect hebben voor ons lichaam, zoals we al eens beschreven in ons artikel
de vele preventieve en genezende effecten van probiotica. Wetenschappers hebben echter niet alleen belangstelling voor probiotica, maar ook voor prebiotica. Dit zijn elementen die de groei van micro-organismen en probiotica in de darmflora stimuleren. Probiotica en prebiotica worden voor een optimaal effect dan ook vaak gecombineerd in een voedingssupplement. Dit is ook het geval bij
Probio Forte™: een capsule van dit supplement bevat maar liefst 8 miljard micro-organismen afkomstig van verschillende bacteriën plus verschillende prebiotica. Het werk van de Japanse onderzoekers, dat in december 2016 verscheen in het blad
Pediatric Allergy, Immunology, and Pulmonology toont aan dat probiotica een niet te onderschatten belang kan hebben voor de preventie van atopische dermatitis. Bovendien kunnen deze eerste resultaten ertoe leiden dat er individuele behandelingen kunnen worden uitgewerkt op basis van probiotica en prebiotica. Een serieus behandeltraject dat op dit moment reeds onderwerp is van verscheidene wetenschappelijke onderzoeken.
> Bron:
1. Dissanayake Eishika and Shimojo Naoki, Probiotics and Prebiotics in the Prevention and Treatment of Atopic Dermatitis, Pediatric Allergy, Immunology, and Pulmonology, December 2016, 29(4): 174-180.