Vaak zegt men over mensen die gemakkelijk vet opslaan dat dit in hun genen zit of dat ze simpelweg teveel eten. Er zijn echter tal van onderzoeken waaruit blijkt dat een slechte hormoonbalans gerelateerd is aan hypertrofie van de adipocyten in verschillende gebieden van ons lichaam. Voorheen was de plaatselijke opslag van lichaamsvet nog een raadsel. Vandaag de dag heeft de wetenschap dit raadsel voor een groot deel ontrafeld 1.
Afvallen is een ding, maar voorgoed verlost worden van je lichaamsvet is iets anders. 95% van de personen die een dieet volgen, zit binnen vijf jaar weer minimaal op het oorspronkelijk gewicht
2. Het vetpercentage tot onder de 10% te brengen is voor een goede voedingsdeskundige niet moeilijk. Het verminderen van de plaatselijke vetopslag is echter veel gecompliceerder. De vetopslag op je billen en op je onderbuik kwijtraken vereist enige kennis van de hormonale fysiologie.
Plaatselijke vetopslag ontstaat bij veel mensen door een afwijking in de biochemie van hun lichaam. Tekenend voor deze afwijkende biochemie, is een hormonale disbalans, zoals een teveel aan insuline of cortisol in het bloed, onvoldoende groeihormonen, een teveel aan testosteron bij de vrouw of een tekort aan testosteron bij de man. Voor het aanpakken van de plaatselijke vetophopingen, kunnen we natuurlijke strategieën inzetten en hoeven we ons niet te wenden tot de plastische chirurgie.
Overgewicht, genotype versus fenotype
Een teveel aan vetweefsel is een reële bedreiging voor onze levensverwachting. Onder druk van de media wil iedereen het liefst een atletische lichaamsbouw verwerven. Aangemoedigd door de farmaceutische industrie storten wetenschappers zich nu op het vinden van die wonderlijke molecuul of het miraculeuze gen dat zorgt voor overgewicht. Er zijn er maar weinig die zich richten op de oorzaken van het overgewicht.
Voor zo'n 90% van de mensen geldt, dat een inadequate omgeving verantwoordelijk is voor het overgewicht
3. Als ik mezelf hier even als voorbeeld neem: ik heb geen genetische aanleg om slank te blijven of een atletisch figuur te krijgen. Ik heb eerder de neiging om snel aan te komen. Bij het onderzoeken van mijn genetische testen, ontdekte ik dat ik over 8 genen beschikte die een rol spelen bij obesitas en bij het metabool syndroom. Maar wat nog belangrijker is, is het fenotype. Dit is een mix van de genen en de omgeving. Door mijn genen niet bloot te stellen aan een slechte voeding, op een matige wijze sport te beoefenen, mijn stress te beheren, voldoende te slapen, te zorgen voor voldoende daglicht en goede voedingssupplementen in te nemen, neig ik nu meer naar een goede gezondheid en een 'atletisch fenotype'.
Krachtige regulering van de vetten
Een mens kan het hormonale systeem gezond en in balans houden door een gezonde levensstijl. Hormonen hebben een bijzonder krachtige invloed op de verdeling van lichaamsvet. Overgewicht dat ontstaat met het ouder worden, is het gevolg van een groot aantal opeenvolgende hormonale en fysiologische veranderingen. Onze hormonale balans kan volledig verstoord raken met het stijgen der jaren. Ook door slechte voeding en stress kan onze hormoonbalans uit evenwicht raken. Het eerste gevolg is meestal de toename van lichaamsvet.
Het zijn lipogene hormonen die verantwoordelijk zijn voor de vetrollen en de zogenaamde 'love handles'. Vooral insuline en cortisol staan hierom bekend. Hormonen die het lichaam daarentegen proberen in balans te houden, zijn lipolytische hormonen (vernietigen vetten) en anabole hormonen (herstellen spiermassa). De fitness-kampioenen op hormoongebied zijn testosteron, DHEA, het groeihormoon het de schildklierhormonen (met name Tri-joodthyronine, oftewel T3).
Door de functie van de alvleesklier en de bijnieren te optimaliseren, kan men de kans op ziekten met 80% verkleinen en de samenstelling van het lichaam verbeteren. Hormonen spelen een rol bij de opslag of het verliezen van vetweefsel. Dit doen ze met verschillende mechanismen. De belangrijkste mechanismen op dit gebied zijn de werking van het enzym lipoproteïne lipase (LPL) en de verschillende adrenergische mechanismen. Zo zorgt een teveel aan insuline en cortisol voor een toename van de LPL, en dus voor meer vetopslag. Het groeihormoon en de geslachtshormonen remmen de LPL af en versnellen zo de lipolyse doordat ze het cyclisch AMP stimuleren via de bèta-adrenergische receptoren.
Lichaamsvet wordt bij mannen en vrouwen niet op dezelfde manier over het lichaam verdeeld. Bij mannen zien we vooral een vetophoping op het bovenlichaam (appelvorm), terwijl vrouwen vooral vetophopingen op hun onderlichaam hebben (peervorm). Een ander verschil tussen man en vrouw, is de mate waarin ze blootgesteld zijn aan de risico's van obesitas. Obesitas brengt bij een hoger risico op het ontstaan van diabetes type II met zich mee, een vergrote kans op aandoeningen aan de kransslagaderen en een grotere kans op een vroegtijdig overlijden. Vrouwen genieten tot aan de menopauze van een goede bescherming.
De hormonale stempel op de plaatselijke vetopslag
Meestal is een onbalans in de hormoonhuishouding te wijten aan een slechte levensstijl of aan ongunstige levensomstandigheden. Om daadwerkelijk verandering te brengen in de plaatselijke vetopslag, dienen we de invloed van de hormonen op dit verschijnsel te begrijpen.
Ons lichaam heeft acht gebieden die ons meer kunnen vertellen over de verschillende hormonale problemen. We kunnen ze visueel onderzoeken, maar we kunnen de zones ook nauwkeurig meten door middel van een vetplooimeting.
Acht zones met vetopslag = acht hormonale stempels
Wangen en hals: wanneer we afvallen met een dieet, dan zijn dit de eerste gebieden waaruit het vet verdwijnt. Deze gebieden staan het minst onder invloed van de hormonen.
Quadriceps en triceps:de vetophoping in de billen en de triceps is gerelateerd aan een te hoog oestrogeengehalte.
Boven het darmbeen en onder de schouders: de bekende 'love handles' en het vet bovenin de rug toont een matige gevoeligheid voor insuline en een koolydratenintolerantie.
Rondom de navel: deze kleine vetmassa rondom de navel en in de onderbuik toont, net als bij het metabool syndroom een teveel aan het stresshormoon cortisol aan. Ook kan de man een tekort, en de vrouw een teveel aan testosteron hebben.
Borst en triceps: een teveel aan vet in deze gebieden is vaak een teken van een gebrek aan testosteron of, bij de man, een teveel aan oestradiol.
Rond de oksels: deze zone is gerelateerd aan het schildklierhormoon.
Knie: teveel vetweefsel in dit gebied is gerelateerd aan een tekort van het groeihormoon.
Natuurlijke plastische chirurgie
Wanneer de plaatsen van de vetophopingen zijn vastgesteld, dient men een protocol te ontwikkelen om dit vet te laten verdwijnen. In alle gevallen geldt, dat men voeding dient te nuttigen die vrij is van gifstoffen en die hypoallergeen is: gebruik biologische voeding met veel groente, fruit, vis, mager vlees, noten en een matige hoeveelheid koudgeperste oliën (eerste persing). Verder dient men elke vorm van voedselintolerantie te voorkomen, daar dit elke vorm van gewichtsverlies in de weg staat.
De hoeveelheid calorieën is niet onbelangrijk, maar het is niet het enige aandachtspunt. Het afvallen op zich zegt niet zoveel. De meeste diëten zorgen ervoor dat u vooral water en spiermassa verliest en vertragen de stofwisseling. Een licht tekort aan calorieën van ongeveer 500 calorieën is voldoende.
In een groot aantal wetenschappelijke onderzoeken is aangetoond dat de verhouding tussen vetten, eiwitten en koolhydraten een grote invloed heeft op het verliezen van lichaamsvetten en op de stofwisseling, en dat via verschillende signaleringswegen
4,5,6. Het is van invloed op de hormonen (insuline, leptine, glucagon, etc.), de eetlust, de thermogenese (warmteproductie) en de UCPs (uncoupling proteins). We noemen hier maar een paar van de vele effecten: het zijn er teveel om op te noemen.
De wet van de thermodynamica De huidige voedingsdeskundigen moeten toegeven dat een dieet dat eenzelfde hoeveelheid calorieën bevat, verschillende uitwerkingen heeft op leptine, op het energieverbruik, op de voedselinname en op het stikstofevenwicht. Het lijkt erop dat de fysiologische aanpassingen aan een dieet kunnen worden veranderd middels de samenstelling van de macronutriënten. Door middel van de dagelijkse inname van multivitamines en mineralen kan men een specifiek tekort corrigeren, met name wanneer er sprake is van de opslag van vetten als gevolg van een verstoorde hormoonbalans. Lichaamsbeweging is een must. Door actief te blijven, te wandelen, hard te lopen (met mate) en krachttraining te doen (een of twee maal per week) is men voldoende actief. Plaatselijk opgeslagen vet verdwijnt echter moeizaam of helemaal niet. Door de inname van specifieke, op de persoon afgestemde supplementen, kunnen uitstekende resultaten worden verkregen, daar men inwerkt op het hormonale systeem.
1e gebied bij de vrouw: quadriceps en triceps
Een teveel aan vetopslag op de billen en de triceps is vaak een indicatie voor een relatief hoog oestrogeengehalte
7. Bij de vrouw duidt een slappe triceps met veel vetopslag op een slechte hormoonbalans. Meestal is er sprake van een overschot aan oestrogenen of de daaraan gerelateerde stofwisselingsproducten, de 'xeno-oestrogenen'. Ook het gebruik van een niet-geschikte pil met progestavium of andere, niet-passende oestrogenen kunnen een rol spelen.
Het overschot aan oestrogeen vergroot het aantal adrenergische alfa 2-receptoren op de vergrote adipocyten in specifieke gebieden van het lichaam, en dan met name voor wat betreft het gynoïde vet. Zo hebben onderzoeken van professor Lafontan, directeur van het Franse Inserm in Toulouse aangetoond, dat het teveel aan alfa 2-receptoren de lipolyse fors vermindert
8 en het verliezen van vet remt, zelfs bij fysieke inspanning.
Onze omgeving en onze voeding zorgen voor een overdosis aan oestrogeen
9. Zonder dat we het in de gaten hebben, halen we via ons voedsel en via de ademhaling allerlei producten binnen die hetzelfde werken als oestrogenen. Deze stoffen, die men ook wel 'xeno-oestrogenen' noemt (xeno betekent 'vreemd', 'wat van buiten komt'), zijn alom aanwezig: in ons huis, maar ook in onze voeding.
Fytotherapeutische liposuctie van de bilregio
Om gynoïde vet te verliezen, dienen we vervuilende bronnen te elimineren: polychloorbifenyl (PCB), dat voorkomt in was, lijm, spuitbussen en in de pesticiden, insecticiden van onze voeding. Eveneens te vermijden zijn ftalaten uit plastic, die vrijkomen tijdens het koken. Beide stoffen zijn leveranciers van xeno-oestrogenen.
Dankzij fytotherapie kan het overschot aan oestrogenen en xeno-oestrogenen teruggedrongen of verwijderd worden. Tegelijkertijd kan de lipolyse worden gestimuleerd die door de toename van de alfa 2-receptoren wordt gehinderd.
Xeno-oestrogenen kunnen worden afgevoerd middels indool-3-carbinol, een stof die voorkomt in bepaald groenten, zoals kool of broccoli. Er zijn ook supplementen die een geconcentreerdere vorm van de stof bevatten
10.Een andere krachtige indool is di-indolylmethaan (DIM). Het heeft een oestrogeenbestrijdende en lipolysebevorderende werking. De resultaten uit recent onderzoek
11 zijn bemoedigend: de geteste groep had 1,3 kg extra spieren en 1,3 kg minder vetmassa in 8 weken.
De ideale inname voor de bestrijding van alfa 2, zou wel eens yohimbine kunnen zijn
12. Helaas is de opname van deze stof bij vrouwen in de zones met vetopslag nogal matig; het opbrengen via de huid is effectiever. De vormen die hiervan beschikbaar zijn, bevatten echter vaak te weinig werkstoffen
13.
Een van de meest efficiënte stoffen voor de stimulering van de lipolyse, is forskoline
14. Al deze stoffen werken zeer doeltreffend bij cellulitis. Hun werking wordt echter perfect aangevuld door proteolytische enzymen, zoals bromelaïne. In het geval van fibreuze cellulitis dient suikerinname via de voeding zoveel mogelijk beperkt te worden. De suikerinname zorgt namelijk voor de glycatie van eiwitten, waardoor deze vorm van cellulitis ontstaat.
2e gebied: vetophoping boven het darmbeen en onder de schouders (de zogenaamde 'love handles' bij zowel mannen als vrouwen)
Personen die teveel vet opslaan boven het darmbeen en in mindere mate, onder de schouders, hebben een teveel aan insuline als gevolg van een insulineresistentie
15. Insulineresistentie is in feite een hormonale disbalans die er ook nog eens voor zorgt dat de regelmatige afscheiding van het groeihormoon afneemt. Dit groeihormoon is belangrijk voor de vetverbranding
16. Daar komt nog bij de het lichaam de glucose niet meer efficiënt gebruikt, waardoor er een scala aan problemen ontstaat, zoals een gebrek aan energie en een grotere opslag van vetten, met name in deze gebieden. Ook kan er bij vrouwen sprake zijn van een teveel aan testosteron.
Fytotherapeutische liposuctie van de gebieden boven het darmbeen en onder de schouders
De allereerste stap dient het terugdringen van de hoeveelheid suiker in het bloed te zijn. Dit kan worden gedaan door maaltijden te gebruiken met een lage glykemische index en met relatief weinig koolhydraten
17, De maaltijden dienen rijk aan vezels en bovendien hypoallergeen te zijn en zo min mogelijk gifstoffen te bevatten. Lichaamsbeweging versterkt de gevoeligheid voor insuline.
Er zijn veel atleten die 20 of 30 minuten voor de maaltijd R-Liponzuur
18 gebruiken vanwege de sterke invloed van de stof op de insulinegevoeligheid. De dosering varieert tussen de 100 en 300 mg, al naar gelang de hoeveelheid koolhydraten die wordt ingenomen. Omega-3-vetzuren, chroompicolinaat en vanadium verminderen eveneens de insulineresistentie en zorgen ervoor dat de 'love handels' verdwijnen
19.
3e gebied: het buikvet
Een teveel aan buikvet duidt op een te hoge aanmaak van cortisol
20. Een te hoog cortisolgehalte in het bloed verlaagt het hormoongehalte voor de lipolyse, zoals het groeihormoon en het testosteron. Tot overmaat van ramp vergroot het ook nog eens de insulineresistentie. Waarachtig een 'negatieve hormoonmix' die verschillende aandoeningen tot gevolg kan hebben, zoals het syndroom X, diabetes type II, obesitas en hart- en vaatziekten. Naast het esthetische aspect, is een teveel aan vetten gevaarlijk: de vetten zijn voorlopers van de ontstekingsopwekkende adipocytokines.
Fytotherapeutische liposuctie van het buikvet
Het doel is het teveel aan cortisol
21 terug te dringen door de inname van koffie en suiker te verminderen. Het is daarnaast van groot belang om op een goede manier met stress om te gaan. Daarnaast kan de inname van supplementen helpen bij stressbeheersing en snel resultaten geven bij het teveel aan vetweefsel in dit gebied.
Rhodiola rosea werkt in op de stresshormonen, met name doordat het de stimulering vermindert van de zogenaamde HPA Axis (CRH-ACTH-cortisol). Het vermindert eveneens de uitputting van catecholamines (noradrenaline en adrenaline) in het bijniermerg
22, 23. De stof zorgt ervoor dat op deze wijze negatieve effecten van stress worden voorkomen en gaat de opslag van vet in de buik en rondom de navel tegen.
Fosfatidylserine
24 vermindert eveneens de aanmaak van cortisol bij een inname van 400 tot 800 mg. Omega-3-vetzuren verminderen de eetlust, verbranden vetten, voorkomen dat vetten worden opgeslagen, verlagen de hoeveelheid stresshormonen en verbeteren de gevoeligheid voor insuline en leptine.
4e gebied: borst en triceps (mannen en vrouwen)
Bij mannen boven de 40 gaan de hormonale veranderingen veelal gepaard met een teveel aan overmatige opslag van vetten in de buik- en de borstzones. Het meest in het oog springende verschijnsel, is de afname van vrij testosteron en de gelijktijdige toename van oestradiol
25. Het oestradiolgehalte gaat omhoog doordat er overmatig veel aromatase wordt aangemaakt, een hormoon dat testosteron omzet in oestrogeen. Oestrogenen zijn ook voor de man van essentieel belang, maar kunnen bij een overmatige hoeveelheid gevaarlijk voor de gezondheid zijn (infarcten, hypertrofie van de prostaat). Wanneer er maar weinig testosteron is, zal het oestrogeen zich verbinden met de receptorenplaatsen van testosteron in de hypothalamus, maar ook in de rest van het lichaam. Het gevolg is dat de eigen aanmaak van testosteron in de testikels afneemt. Zo ontstaat er en vicieuze cirkel waardoor zich tal van klachten voor doen, zoals libidoproblemen en een toename van de vetopslag (vooral in borst en buik). Toediening van testosteron zal in dat geval niet helpen vanwege de verhoogde activiteit van aromatase. Een andere complicatie is de toename van de aanmaak van het sex hormone binding globulin (SHBG), dat de vrije testosteron in het bloed aan zich bindt waardoor het niet meer te gebruiken is door de celreceptoren.
Liposuctie van het borstgebied
Een gezonde levensstijl is een must. Een teveel aan lichaamsvet heeft een toename van oestrogenen tot gevolg en het verlies van lichaamsvet kan de verhouding testosteron en oestradiol optimaliseren. Alcohol en het gebruik van bepaalde medicijnen die de leverfunctie aantasten zijn uit den boze. Het remmen van de aromatase leidt tot een afname van het oestradiolgehalte en een toename van het testosterongehalte
26.
Voor mannen in deze situatie is elk molecuul dat aromatase kan remmen essentieel. De inname van chrysine in combinatie met piperine remt op een natuurlijke wijze aromatase, waardoor het vrije testosteron toeneemt en het oestradiolgehalte afneemt. Dit geldt eveneens voor resveratrol
27. Een gunstig testosterongehalte zorgt er dus voor dat we lichaamsvet kunnen verliezen, met name in het gebied van de borst. De inname van het brandnetelextract (urtica dioica) zorgt ervoor dat het testosteron los kan komen van SHBG en er meer vrije testosteron (in een bruikbare vorm) kan circuleren. Dit is gunstig voor de vetverbranding
28.
5e gebied: rond de oksels (mannen en vrouwen)
Wanneer de schildklier niet goed werkt, doen zich tal van problemen voor. Men komt aan (ook al heeft men niet veel eetlust) en afvallen is erg moeilijk. Wanneer uit onderzoek blijkt dat de schildklier te traag werkt, dan is behandeling door een arts noodzakelijk. Er bestaan echter verschillende middelen om werking van een trage schildklier een boost te geven. Allereerst dient men te stoppen met het eten van bepaalde rauwe, plantaardige voeding. Het gaat dan met name om kruisbloemige groenten, zoals spruitjes, kool, bloemkool, broccoli, boerenkool en sojabonen. Deze planten bevatten zogenaamde 'goitrogene' stoffen, die de schildklierfunctie kunnen vertragen.
Liposuctie van het gebied rondom de oksels
Volgens een recente studie had 50% van de proefpersonen die een traag werkende schildklier hadden profijt van een supplementinname van zink
29. Ook selenium
30 (tussen de 100 en 200 mcg) en ijzer zijn onmisbaar voor een goed werkende schildklier. Deze stoffen zorgen voor een toename van het enzym 5-deodinase in de lever waarmee T3 kan worden aangemaakt. Ook guggul
31 en ashwagandha
32, twee stoffen die in de ayurvedische geneeskunst worden gebruikt, hebben eigenschappen die de activiteit van de schildklier stimuleren en activeren. Een tekort, maar ook een teveel aan jodium kan leiden tot onvoldoende schildklierhormonen. In dat geval kan een algensoort zoals de Fucus visiculosus de hormoonafscheiding herstellen. De stofwisseling wordt hiermee gestimuleerd, waardoor het lichaam zich sneller van het overtollige vet kan ontdoen.
6e gebied: knieën (mannen en vrouwen)
Een teveel aan vetten boven de knie is een teken van een tekort aan groeihormonen. Er zijn ook andere klachten: dun haar, dunne lippen en een smalle kaak, een droge huid en een uitgezakte buik. Het teveel aan voedsel, of een inname van ongezond voedsel (de voorlopers van insuline) en chronische stress (de voorloper van cortisol), zorgt ervoor dat de afgifte van het groeihormoon daalt. Ook slaapgebrek en te weinig lichamelijk inspanning kunnen een rolspelen.
Liposuctie van de knie
Om de afgifte van het groeihormoon te stimuleren, is een gezonde levensstijl een must. Maar ook de hormoonbalans moet in orde zijn. Daarnaast is twee maal per week een intensieve fysieke activiteit gedurende 20 minuten voldoende voor de stimulatie van het groeihormoon, mits men dit combineert met een gezonde voeding die voldoende aminozuren bevat. De inname van glutamine, ornithine en arginine op een lege maag voor het slapengaan kan de lichaamseigen aanmaak van het groeihormoon eveneens stimuleren, hetgeen betekent dat er meer vet verbrand wordt
33.