Home   >  Nutranews verzet zich tegen...
26-06-2018

Nutranews verzet zich tegen de desinformatie over voedingssupplementen

supplements Op 5 juni verscheen er een wetenschappelijke studie in de Journal of the American College of Cardiology. Deze studie heeft aan de basis gestaan van een van de grootste mediadwalingen van de laatste jaren.


Men spreekt van een mediadwaling wanneer een authentiek gegeven op een foutieve of niet-oprechte wijze binnen een zeer kort tijdsbestek wordt overgenomen door het merendeel van de media. Het principe is eenvoudig: een persagentschap publiceert een onvolledig nieuwsbericht, en de andere media haasten zich om dezelfde informatie te brengen, zonder het bericht in de context te plaatsen en er een kritische analyse op los te laten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de meest sensationele titels waarmee de lezer wordt overgehaald om te klikken op de betreffende link.

Zijn voedingssupplementen nutteloos?

Het was een meta-analyse die ervoor heeft gezorgd dat : het verhaal uit de hand liep. Tientallen artikelen werden nog dezelfde dag gepubliceerd en er werd gesproken over de 'complete zinloosheid' van het innemen van vitamines en voedingssupplementen. Deze artikelen werden via allerlei media gepubliceerd, ook via het bekende Franse BFMTV en de zeer terughoudende zender France Inter.


Bijna alle media meldden hetzelfde, namelijk dat voedingssupplementen geen enkele invloed zouden hebben op de gezondheid:


Dat is geen goed nieuws voor de gebruikers van voedingssupplementen: de vitamines en mineralen die ze regelmatig innemen zouden nutteloos zijn. Dat is de conclusie van een nieuw onderzoek dat werd uitgevoerd door Canadese onderzoekers en dat recentelijk werd gepubliceerd in het Journal of American College of Cardiology. [Extrait du site Maxisciences].


Vitamine C, magnesium, ijzer...., om hun gezondheid een boost te geven, nemen sommige mensen voedingssupplementen. Recentelijk is er echter een meta-analyse geweest waaruit zou blijken dat deze supplementen niet werken! [Extrait du site Futura-Sciences].


Lees verder en u zult ontdekken dat geen van de media de moeite heeft genomen de betreffende studie ook daadwerkelijk te lezen. Hun conclusie is even dramatisch als gevaarlijk, zeker wanneer men bedenkt welke impact deze desinformatie kan hebben op de gezondheid en hoe het op een blijvend effect kan hebben op internet.


Het ergste is echter dat de geschiedenis zich hier herhaalt: 3 jaar geleden was er een onderzoek over de impact van toeval op het ontstaan van kanker. Ook dit onderzoek door de media op dezelfde, sensatiebeluste manier opgepakt. Het fenomeen van desinformatie werd een paar maanden later zelfs geanalyseerd in de Tribunes de la Santé (1).

Hoe weten we zo zeker dat de media het betreffende onderzoek niet hebben gelezen?

1)Het onderzoek buigt zich alleen over het risico op hart - en vaatziekten en de kans op overlijden.

De meeste artikelen willen ons doen geloven dat voedingssupplementen niet nuttig zijn voor onze gezondheid in het algemeen. De studie waarop de media zich baseerden, was echter uitsluitend gericht hart- en vaatziekten.


De titel van de studie is echter volkomen duidelijk : Supplementen van vitamines en mineralen in het kader van de preventie en de behandeling van hart- en vaatziekten(Supplemental Vitamins and Minerals for CVD Prevention and Treatment).


Laten we nu kijken naar conclusie van deze studie. Daar zien we dat de auteurs helemaal niet tot de conclusie komen dat voedingssupplementen in het kader van de preventie van hart- en vaatziekten niet effectief is:


« Uit het onderzoek blijkt dat er gering tot matig bewijs is voor de preventieve effecten van vitamine B9 ten aanzien van alle hart- en vaatziekten, voor de B-vitamines ten aanzien van CVA, en geen bewijs voor effecten van multivitamines, vitamine C, vitamine D, bèta-caroteen, calcium en selenium. Ten aanzien van de mortaliteit geldt er voor niacine (met een statine) een verhoogd risico voor de totale mortaliteit. »


De auteurs voegen er zelfs nog aan toe dat ze twee nieuwe constateringen hebben gedaan, namelijk dat vitamine B9 en de vitamines van het B-complex een preventief effect kunnen hebben ten aanzien van CVA (een vermindering van het risico met 20%). De overige conclusies waren eigenlijk al bekend en stonden al lang in de verschillende wetenschappelijke databases.

Anders gezegd: de conclusies van de studie waren buitengewoon positief.


Men had helemaal geen positieve effecten verwacht van vitamine C of selenium ten aanzien van hart- en vaatziekten, aangezien geen enkele wetenschappelijke studie die tot op heden heeft aangetoond.
Ze vonden echter wel steeds meer bewijzen van de preventieve werking van vitamine B9 ten aanzien van het ontstaan van een VCA, en dat was echt nieuws!


Hadden de journalisten de wetenschappelijke studie gelezen (we gaan ervan uit dat ze niet te kwader trouw hebben gehandeld), dan hadden ze dus de ontdekking van dit nieuws kunnen brengen met een positieve titel:


Vitamine B9-supplementen zouden de kans op een CVA verkleinen

2) De studie laat 88% van de onderzoeken die zijn uitgevoerd naar dit onderwerp buiten beschouwing

Een meta-analyse, dat is in feite een strong>nieuw onderzoek naar bestaande gegevens: de auteurs zetten de resultaten van verschillende gepubliceerde onderzoeken binnen een bepaalde tijdsperiode bij elkaar en maken hier een samenvatting van. Indien de resultaten van de studies elkaar tegenspreken, dan kan dit leiden tot een globale conclusie.


In het geval van de meta-analyse waarover we hier spreken, hebben de onderzoekers 1497 studies gevonden over voedingssupplementen in het kader van de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten en de globale sterfte. Maar uiteindelijk hebben ze slechts de gegevens van 179 studies meegenomen , oftewel nauwelijks 12% van de oorspronkelijke hoeveelheid studies die men had gevonden. . Dat kwam ofwel doordat de onderzoeken niet in het Engels waren geschreven, ofwel omdat ze slechts een deel van de bevolking betroffen. Daarnaast bleek het bij een deel te gaan om testen die niet gerandomiseerd gecontroleerd waren (RCT).


Gerandomiseerde gecontroleerde testen zijn wat men noemt het summum van klinische testen. : een groep mensen krijgt een behandeling met een veronderstelde werking (therapeutische interventie), terwijl een andere, zoveel mogelijk gelijke groep een behandeling krijgt zonder het werkzame principe (placebo). Noch de proefpersonen, noch de behandelaars, noch de beoordelaars weten wie wat krijgt. In theorie is dit type studie geschikt om vooringenomenheid zoveel mogelijk uit te sluiten. Deze onderzoeken zijn dan ook zeer waardevol voor de wetenschap.


Maar ze hebben ook hun beperkingen: een gerandomiseerde klinische test kan nooit lang worden uitgevoerd. . Daarvoor zijn de kosten veel te hoog.

De auteurs van deze meta-analyse geven dit zelf ook al aan in de paragraaf 'Zwaktes van de studie': " gerandomiseerde klinische testen zijn vaak van korte duur, terwijl langdurende observatiestudies relevanter zouden zijn voor het evalueren van de impact ten aanzien van een chronische aandoening. .


En dat is een zeer scherpzinnige opmerking. De latentietermijn tussen de blootstelling aan de risico's enerzijds en het ontstaan van hart- en vaatziekten anderzijds is zeer lang (10 tot 40 jaar). Hoe kan men het effect van voedingssupplementen van voedingssupplementen dan binnen enkele maanden meten? Deze vraag is nog pertinenter voor de supplementen die bedoeld zijn voor het versterken van het systeem van antioxidanten, zoals vitamine C en carotenoïden, vooral men niet beoogt met deze stoffen een aandoening op de korte termijn te voorkomen of te behandelen, maar veeleer probeert de langeterijmeffecten van oxidatieve stress tegen te gaan.


Duur van enkele studies die gebruikt werden om tot de conclusie te komen dat voedingssupplementen niet effectief zijn:


McKeown-Eyssen et al., 1988: 137 personen, 2 jaar van supplementinname (2).

Girodon et al., 1997: 81 personen, 2 jaar van supplementinname (3).

Plummer et al., 2007: 1980 personen (met een 'zeer hoog risico'), 3 jaar van supplementinname (4).

Jacobson et al., 2000: 121 personen, 6 maanden van supplementinname (5).

3) De studie omvat slechts een vijftiental supplementen

Hoe konden de journalisten tot de conclusie komen dat supplementen geen effect op de gezondheid hebben, terwijl de studie betrekking heeft op slechts 15 supplementen? ?


De auteurs hebben zich in feite geconcentreerd op de 'meest populaire' voedingssupplementen en hebben daarbij duidelijk geen rekening gehouden met het feit dat de meeste van deze supplementen niet bedoeld zijn om het hart- en vaatstelsel te beïnvloeden. Stel dat onderzoekers zouden vaststellen dat paracetamol geen invloed heeft op verziendheid, zouden we dan ook verwachten dat ze schrijven dat 'pijnstillers nutteloos zijn'?


De op z'n zachtst gezegd 'twijfelachtige selectie' van supplementen wordt helemaal ongepast wanneer we zien dat omega-3-supplementen helemaal niet meegenomen zijn, hoewel ze erg populair zijn. Van alle supplementen die er bestaan zijn de omega-3 supplementen het vaakst onderzocht als het gaat om het effect ten aanzien van het verlagen van de kans op hart- en vaatziekten en hierover is veel wetenschappelijke documentatie beschikbaar.


De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheidheeft wetenschappelijk erkend dat het gebruik van omega-3 de bloeddruk kan verbeteren en de concentratie aan triglyceriden op een normaal niveau kan houden. Dit zijn twee factoren die beslissend zijn voor het al dan niet ontstaan van hart- en vaataandoeningen. Net als de auteurs van deze studie, heeft ook de wetenschapsraad van dit Europese instituut zich gebaseerd op meta-analyses (6-11). Haar advies is hierop gebaseerd (lees hier het advies)).


The Panel considers that the following wording reflects the scientific evidence: “DHA and EPA contribute to the maintenance of normal blood pressure”.
(Het Panel beschouwt de volgende tekst als de juiste weergave van het wetenschappelijke bewijs: “DHA en EPA dragen bij aan het onderhouden van een normale bloeddruk”.)

The Panel considers that the following wording reflects the scientific evidence: “DHA and EPA contribute to the maintenance of normal triglyceride concentrations”.
(Het Panel beschouwt de volgende tekst als de juiste weergave van het wetenschappelijke bewijs: “DHA en EPA dragen bij aan het onderhouden van normale triglycerideconcentraties”.)


De auteurs hebben eveneens alle natuurlijke gezondheidsproducten uitgesloten. Deze zijn echter in toenemende mate gewild. Denk hierbij aan extract van de zeeden, meidoorn en notoginseng, natuurlijke middelen die al eeuwenlang gebruikt worden in de traditionele geneeskunst en waarvan het gebruik voor het terugdringen van de risicofactoren van hart- en vaatziekten al sinds 2011 onderzocht wordt door de EFSA.


De titel die het beste zou passen bij deze studie zou dan ook zijn:


Een niet-geschikte selectie van voedingssupplementen blijkt op de korte termijn weinig doeltreffend te zijn voor het hart- en vaatstelsel (met uitzondering van foliumzuur en samenstellingen van vitamine B).


Zou u het interessant vinden om een stuk te lezen waarboven deze titel staat? Nee? Dat zou ook nog een verklaring kunnen zijn voor het ontstaan van deze mediadwaling...

Het nut van supplementinname is reeds gebleken

Het meest verontrustende aan dit verhaal is niet het feit dat de journalisten niet de moeite hebben genomen om de studie te lezen, maar hun schrijnende gebrek aan kennis over dit onderwerp.


Wie beweert dat voedingssupplementen nutteloos zijn voor onze gezondheid, heeft niet alleen lak aan miljoenen wetenschappelijke onderzoeken, maar ook aan de wetenschappelijke adviezen van overheidsinstituten en onafhankelijke agentschappen die belast zijn met de toepassing van deze onderzoeken.


Een van deze agentschappen is de European Food Safety Authority (EFSA). Het wetenschappelijke comité van de EFSA is belast met het verstrekken van adviezen aan de lidstaten van de Europese Unie, zodat zij weloverwogen besluiten kunnen nemen op het gebied van gezondheid.


De leden van dit comité zijn sinds 2011 bezig met het uitpluizen van de wetenschappelijke literatuur om een verband vast te kunnen stellen tussen een supplement en een eventueel gunstig effect op de gezondheid. Hun advies is uiterst strikt: alle onderzoek dient in dezelfde richting te wijzen en er mag geen enkele twijfel bestaan alvorens een supplement wetenschappelijk erkend wordt.


De leden van dit comité hebben tot nu toe officieel 241 verbanden vastgesteld tussen voedingssupplementen en een daadwerkelijk geconstateerd gunstig effect op de gezondheid. . Hierbij zien we 24 supplementen die van invloed zijn op de stofwisseling, 22 die een gunstig effect hebben op de botten en tanden, 14 die een positief effect hebben op de hersenen en 12 die een gunstige invloed hebben op de processen in de huid.


Vitamine D, vitamine A, vitamine B9, vitamine C, vitamine E, calcium, ijzer, zink, magnesium en selenium, stoffen die in bovengenoemde studie zijn onderzocht, zijn allemaal wetenschappelijk erkend door de EFSA vanwege hun gunstige werking voor de gezondheid.


Zo is bijvoorbeeld van vitamine D bewezen dat het de gezondheid van de botten verbetert, bijdraagt aan een goede werking van de spieren, het immuunsysteem versterkt en helpt bij het verlagen van het risico op een val die gerelateerd is aan spierzwakte posturale instabiliteit (12).


Vitamine C draagt bij aan de ondersteuning van het immuunsysteem tijdens de inspanning, het optimaliseert de vorming van collageen in de bloedvaten, de huid, de gewrichten en de botten, het draagt bij aan het behoud van een gezond zenuwstelsel, het vermindert vermoeidheid maar bovenal beschermt het de cellen tegen oxidatieve stress. (13).


Het is een lange lijst en online is alles terug te vinden. Het wil niet zeggen dat beweringen die door deze organisatie niet worden erkend onjuist zijn: het kan betekenen dat de wetenschappelijke data nog onvoldoende zijn om hierover een uitspraak te doen, of dat het onderzoek dat ernaar gedaan is resultaten heeft op geleverd die elkaar tegenspreken. Overigens heeft de EFSA nog wel wat werk te verrichten: er liggen namelijk nog zo'n 2500 beweringen te wachten op een beoordeling. Daarbij gaat het voornamelijk om voedingssupplementen op basis van planten. . Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan zetelt de Food and Drug Administration, de Amerikaanse tegenhanger van de EFSA die tot vrijwel dezelfde conclusies komt.


Wie beweert dat voedingssupplementen geen nut hebben voor onze gezondheid, schuift decennia aan ervaring achteloos aan de kant, zowel van de behandelaars als van de gebruikers.


Sinds de XVIIIe eeuw weten we al dat vitamine C-supplementen helpen bij het voorkomen van scheurbuik, een aandoening die destijds veel voorkwam bij zeelieden. Sinds die tijd hebben we echter enorme stappen gezet!


Veel mensen zijn er zich niet van bewust, maar men voegt vandaag de dag voedingssupplementen toe aan tal van voedingsmiddelen om zo tekorten aan bepaalde voedingsstoffen te voorkomen. Men noemt dat ook wel verrijkte voedingsmiddelen (Fortified foods).


Zo wordt zout systematisch aangevuld met jodium om een mentale achterstand of een te traag werkende schildklier te voorkomen; meel en graan wordt in de Verenigde Staten verrijkt met vitamine B9 (dankzij een programma dat in 1992 werd ingesteld en dat het aantal misvorming bij baby's aanzienlijk heeft doen afnemen (14)); brood wordt verrijkt met vitamine B3 om pellagra te voorkomen, melk wordt systematisch verrijkt met vitamine D en plantaardige drankjes en vruchtensappen worden vaak verrijkt met calcium...


Deze toevoegingen zijn het gevolg van gezondheidsprogramma's die ontwikkeld zijn op grond van een onverbiddelijke constatering: de huidige wereldbevolking heeft een tekort aan verschillende belangrijke voedingsstoffen en deze tekorten hebben daadwerkelijk een effect op de gezondheid. . De stappen die hiermee zijn genomen, helpen de ergste tekorten voorkomen (en de ziektebeelden die daarbij horen), maar ze zijn volstrekt onvoldoende om elk tekort aan te vullen...


Neem bijvoorbeeld vitamine D: men schat in dat een miljard mensen op deze planeet lijdt aan een tekort aan vitamine D (15). Uit een studie van 20 jaar geleden blijkt dat in de westerse landen 80% van de ouderen een tekort heeft, en de situatie is er sindsdien niet beter op geworden (16).


Deze tekorten zijn berekend op basis van de geschatte behoeften zoals die in kaart zijn gebracht door verschillende wetenschappelijke organen, zoals de US Endocrine Society (2011), de Franse Goupe de Recherche et d'information sur l'ostéoporose (2011), de Canadian Medical Association (2010), de Franse Académie Nationale de Médicine (2012) en de United Kingdom Scientific Adisory committee on Nutrition.


Deze tekorten zouden onmiskenbaar de kans op osteoporose, osteomalacie (gerelateerd aan algehele pijn in de botten) en spierzwakte significant vergroten. Er is zelfs een statistische relatie gevonden tussen een laag gehalte aan vitamine D en tal van aandoeningen, maar het bewijs van de causaliteit is nog niet afdoende aangetoond.


De tekorten hebben ook betrekking op andere micronutriënten die noodzakelijk zijn voor een goede werking van ons lichaam, zoals mineralen, vitamine B9 en vitamine B12 (17).


Wie beweert dat voedingssupplementen nutteloos zijn voor de gezondheid, laat al deze observaties die gedaan zijn met het gezonde verstand helemaal links liggen.


In een ideale wereld zou iedereen middels een gezond en een uitgebalanceerd voedingspatroon, met voeding die afkomstig is uit de eigen omgeving, aan voldoende voedingsstoffen moeten kunnen komen. De cijfers tonen aan dat dit niet zo is. Of beter gezegd: niet méér zo is.


De meeste mensen weten gelukkig al lang hoe het zit. 50% van de Amerikanen zegt gedurende het jaar voedingssupplementen te nemen, en in sommige landen van Europa is dat niet anders. Het lijkt er zelfs op dat mensen die werken in de gezondheidssector steeds meer voedingssupplementen innemen. Een onderzoek uit 2006 toonde aan dat 80% van de 1250 professionals uit de gezondheidszorg die geobserveerd werden door wetenschappers een of meer supplementen had ingenomen in de week voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst (18)


Deze constatering bevestigt de conclusies van andere onderzoeken die op dit gebied reeds gedaan werden (19-24).


Wilt u toch liever zelf de studie lezen die deze mediadwaling heeft veroorzaakt, dan kunt u het vinden via deze link: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0735109718345601?via%3Dihub


En voor de toekomst weet u dat u twee zaken paraat moet hebben als u een persbericht leest: een scherp beoordelingsvermogen en een kritische geest.


Références

1. Chevrel, S. (2016). Cancer et hasard. Une dérive médiatique passée au crible. Les Tribunes de la santé, 53,(4), 103-110. doi:10.3917/seve.053.0103.

2. McKeown-Eyssen G, Holloway C, Jazmaji V, Bright-See E, Dion P, Bruce WR. A randomized trial of vitamins C and E in the prevention of recurrence of colorectal polyps. Cancer Res 1988;48:4701–5

3. Girodon F, Lombard M, Galan P, et al. Effect of micronutrient supplementation on infection in institutionalized elderly subjects: a controlled trial. Ann Nutr Metab 1997;41:98–107.

4. Plummer M, Vivas J, Lopez G, et al. Chemoprevention of precancerous gastric lesions with antioxidant vitamin supplementation: a randomized trial in a high-risk population. J Natl Cancer Inst 2007;99:137–46.

5. Jacobson JS, Begg MD, Wang LW, et al. Effects of a 6-month vitamin intervention on DNA damage in heavy smokers. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2000;9:1303–11.

6. Appel LJ, Miller ER, 3rd, Seidler AJ, Whelton PK, 1993. Does supplementation of diet with 'fish oil' reduce blood pressure? A meta-analysis of controlled clinical trials. Arch. Intern. Med. 153, 1429-1438.

7. Morris MC, Sacks F, Rosner B, 1993. Does fish oil lower blood pressure? A meta-analysis of controlled trials. Circulation 88, 523-533.

8. Geleijnse JM, Giltay EJ, Grobbee DE, Donders AR, Kok FJ, 2002. Blood pressure response to fish oil supplementation: metaregression analysis of randomized trials. J. Hypertens. 20, 1493-1499.

9. Jacobsen TA, 2008. Role of n-3 fatty acids in the treatment of hypertriglyceridemia and cardiovascular disease. Am. J. Clin. Nutr. 87, 1981S-1890S

10. Grimsgaard S, Bonaa KH, Hansen JB, Nordoy A, 2007. Highly purified eicosapentaenoic acid and docosahexaenoic acid in humans have similar triacylglycerol-lowering effects but divergent effects on serum fatty acids. Am. J. Clin. Nutr. 66, 649-659.

11. Balk EM, Lichtenstein AH, Chung M, Kupelnick B, Chen P, Lau J, 2006. Effects of omega-3 fatty acids on serum markers of cardiovascular disease risk: A systematic review. Atherosclerosis 189, 19-30.

12. EFSA opinion 2009;7(9):1226, 2010;8(10):1815

13. EFSA opinion 2009;7(9):1227, 2011;9(6):2203

14. Williams J, Mai CT, Mulinare J, Isenburg J, Flood TJ, Ethen M, Frohnert B, Kirby RS, Centers for Disease C, Prevention. Updated estimates of neural tube defects prevented by mandatory folic Acid fortification – United States, 1995-2011. MMWR Morb Mortal Wkly Rep 2015;64(1):1-5.

15. Holick MF. Vitamin D deficiency. N Engl J Med 2007;357:266-81

16. Van Der Wielen RP, Löwik MR, van Den Berg H, et al. Serum vitamin D concentrations among elderly people in Europe. Lancet 1995;346:207-10.

17. Allen LH. How common is vitamin B-12 deficiency? Am J Clin Nutr 2009;89:693S–696S.

18. Gardiner P, Woods C, Kemper KJ. Dietary supplement use among health care professionals enrolled in an online curriculum on herbs and dietary supplements, BMC Complementary and Alternative Medicine, https://doi.org/10.1186/1472-6882-6-21

19. Lee YK, Georgiou C, Raab C: The knowledge, attitudes, and practices of dietitians licensed in Oregon regarding functional foods, nutrient supplements, and herbs as complementary medicine. J Am Diet Assoc. 2000, 100 (5): 543-548. 10.1016/S0002-8223(00)00169-3.

20. Worthington-Roberts B, Breskin M: Supplementation patterns of Washington State dietitians. J Am Diet Assoc. 1984, 84 (7): 795-800.

21. Wilkinson JM, Simpson MD: Complementary therapy use by nursing, pharmacy and biomedical science students. Nurs Health Sci. 2001, 3 (1): 19-27. 10.1046/j.1442-2018.2001.00067.x.

22. Howard N, Tsourounis C, Kapusnik-Uner J: Dietary supplement survey of pharmacists: personal and professional practices. J Altern Complement Med. 2001, 7 (6): 667-680. 10.1089/10755530152755225.

23. Tracy MF, Lindquist R, Savik K: Use of complementary and alternative therapies: a national survey of critical care nurses. Am J Crit Care. 2005, 14 (5): 404-414. quiz 415–416

24. Muntwyler J, Hennekens CH, Manson JE, Buring JE, Gaziano JM: Vitamin supplement use in a low-risk population of US male physicians and subsequent cardiovascular mortality. Arch Intern Med. 2002, 162 (13): 1472-1476. 10.1001/archinte.162.13.1472. Jul 8

Volg ons
Kies de gewenste taal
nlfrendeesitpt

Gratis

Dank u voor uw bezoek. Voor u vertrekt:

MELD U AAN VOOR
Club SuperSmart
En profiteer
van exclusieve voordelen:
  • Gratis: wekelijkse al uwwetenschappelijke publicaties van "Nutranews"
  • Exclusieve aanbiedingen voor clubleden
> Doorgaan